Muskee dreigt met erotiek

‘Mar zolfs de zwartste wolken weijen weg, absoluut, misschien.’ Deze zin komt uit een liedje van de Drentse band Skik waarin liefdesverdriet moet worden overwonnen. Waaien de zwarte wolken weg, of juist niet? Voor beeldend kunstenaar Jans Muskee was de dubbelzinnigheid van die tekst inspirerend genoeg om zijn solotentoonstelling in het Drents Museum ‘Absoluut Misschien’ te noemen.

In grote oliepasteltekeningen – denk bij ‘groot’ aan twee bij drie meter – beeldt Muskee ongemakkelijke relaties tussen mannen en vrouwen uit, waarbij het ongemak ontstaat door de altijd aanwezige dreiging van erotiek. Expliciete seks komt in de werken niet voor, wel is er vaak sprake van ongepast naakt, dat wil zeggen dat aangekleed en uitgekleed op een surrealistische manier door elkaar lopen. Bijvoorbeeld: een bevriend stel is op visite en zit gezellig op de bank, en opeens buigt de gastvrouw zich met ontblote borsten over de rugleuning; de gastheer maakt er intussen onbeschaamd een fotootje van. Dat zulke taferelen aan modern toneel doen denken, is geen toeval. Muskee gebruikt voor zijn tekeningen zowel gevonden foto’s als door hemzelf gefotografeerde ensceneringen, die hij vervolgens in pastel uitwerkt. Ondanks de weerbarstigheid van dat oliekrijt slaagt Muskee erin zeer realistisch te werken, waarbij hij de zo belangrijke blote huid, al dan niet blauwig dooraderd, heel mooi weet te treffen.

Ook zitten de werken vol kunsthistorische verwijzingen en wie zeker wil weten of hij die allemaal kan vinden, pakt er de catalogus van het Drents Museum bij, waarin Chantal Breukers gedetailleerd uiteenzet waar Muskee zijn mosterd vandaan haalt. Het beroemde schilderij dat James Whistler in de 19e eeuw van zijn moeder maakte, heel kuis in een zwarte jurk en wit hoofdkapje geportretteerd, keert bij de Drentenaar weinig respectvol terug als een doek waarop een jongeman onder de jurk van een dame kruipt om daar zekere handelingen te verrichten. Naar de middeleeuwse meester Lucas Cranach wordt subtiel verwezen in Muskee’s grote tekening ‘Achter’ (180 x 240 cm), waarop een aangeklede vrouw naar een uitgeklede man kijkt. We zien alleen zijn voeten en zijn vingers, want hij gaat als silhouet schuil achter een laken. De zonovergoten tuin waarin Muskee het duo heeft gesitueerd, is een echo van het paradijs dat Cranach schilderde en waarin een sierlijk takje voor de schoot van Eva is gegroeid. Precies datzelfde takje duikt in ‘Achter’ op.

Jans Muskee is geboren in het Drentse dorp Nieuw-Amsterdam, maar woont in de stad Groningen, waar onlangs nog werk van hem te zien was in Galerie With Tsjalling. De galerie wordt gerund door Tsjalling Venema, die er mede voor heeft gezorgd dat het Drents Museum zes zalen wilde reserveren voor het oeuvre van Muskee. Wie de tentoonstelling  ‘Absoluut  Misschien’ bezoekt, moet even goed opletten bij de pasteltekening ‘Hallo JUMBO’, waar diezelfde Tsjalling opduikt met bril en een gestreept T-shirtje. Hij steekt zijn tong uit naar een meisje dat iets verderop haar vriend staat af te likken. Op de grond zit een kat die zijn teentjes likt. Het lijkt aanvankelijk een doodgewone prent, ‘Hallo JUMBO’, maar hoe beter je kijkt hoe vreemder het wordt. Muskee steekt zijn tong uit.

‘Jans Muskee – Absoluut Misschien’, Drents Museum, Assen,  t/m 7 januari 2018, 4*

https://drentsmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/jans-muskee

Jans Muskee (1961) volgde de Minerva Academie in Groningen en de Rijksacademie in Amsterdam en is inmiddels dertig jaar actief als beeldend kunstenaar. Zijn karakteristieke pastelwerken waren te zien op All About Drawing, Drawing Now, Het Tekenkabinet en andere manifestaties waar de veelzijdigheid van het tekenen centraal stond. Tot 24 september hangt werk van Muskee op de 3e Biënnale in het Haus der Kunst van München.

Geplaatst in Volkskrant
Categorieën
Spring naar toolbar