“Hij wil een krachtige vader zijn, een vader als een rots.” Maar dat is hij niet. De vader van stripmaker Michiel van de Pol, die de hoofdrol speelt in zijn nieuwe boek ‘Scherpschutters’, is een hartpatiënt die vaalbruine sokken draagt en een bril met dik montuur. Zijn passie is het verzamelen van porseleinen voorwerpen, die hij streelt zoals hij zijn kinderen streelt. Een breekbare man. Als kind heeft Michiel nog niet zo’n hechte band met zijn vader, maar dat verandert als in zijn jongelingsjaren wordt ontdekt dat hij aan epilepsie lijdt. De vader had al een ‘onzeker’ hart, de zoon heeft nu een ‘onzeker’ hoofd, en in die gedeelde zwakte schuilt kracht. Samen ziek zijn schept een band.
Op de maandagavonden houden ze zogenaamde snackbarsessies en het is tijdens een van die vader-zoon-uurtjes dat het verschijnsel ‘scherpschutter’ sprake komt. Vader onthult: “De meeste mensen, jongen, die schieten er maar wat op los, in de hoop ooit iets te zullen raken. Maar mensen zoals wij moeten zich rustig houden, geduld hebben… En dan… PANG! Op het juiste moment toeslaan!” Michiel vraagt zich af wat die metafoor voor zijn dagelijks leven moet betekenen, “maar gevoelsmatig sprak het me wel aan”. Hij neemt het geduld oefenen nogal letterlijk en ligt uren op de bank te niksen omdat het scherpschuttersmoment nog niet is gekomen. Voor zijn liefdesleven heeft deze “legitimatie van de passiviteit” vèrgaande gevolgen, want Michiel droomt wel van allerlei meisjes maar komt aan concrete avances nooit toe en wordt, naar eigen zeggen, een meester in het liefhebben op afstand. “Al ’t wachten leidt tot een heerlijke roes…”, vanzelfsprekend zonder enige vorm van lichamelijk contact. Vergeleken met de zoon is de vader een toonbeeld van dadendrang, want niet alleen koopt hij op een antiekbeurs een Boeddhabeeldje dat net zoveel kost als een middenklasse-auto, hij begint ook een wijnmakerij in de kelder van het ouderlijk huis en overweegt emigratie naar Bali, waar het altijd mooi weer is. Mocht Michiel niet mee willen, dan gaat de landverhuizing niet door. Michiel heeft geen zin. “Okee. Dan gaan we niet.”
Vorig jaar won Van de Pol de Willy Vandersteen Prijs voor een ander autobiografisch stripboek, ‘Terug naar Johan’, en werd in het juryrapport geprezen om de kwetsbare en humoristische situaties die hij in een “schijnbaar nonchalante stijl” op papier zet. Die kwalificaties zijn ook volledig van toepassing op ‘Scherpschutters’. Van de Pols tekenstijl heeft dezelfde onbeholpenheid en pretentieloosheid als zijn karakters, maar drukt juist daardoor heel treffend uit hoe zij in het leven staan: twijfelend, onheroïsch. Aan het eind van het boek gaat de vader dood. Ze hebben hem op de bank gelegd, voor ’t raam. Michiel komt afscheid nemen en concentreert zich, “om de verschrikking niet te hoeven zien”, op een schijnbaar onbelangrijk detail. “Iemand heeft z ’n schoenen uitgetrokken. Waar waren ze bang voor? Een vieze bank?”
‘Scherpschutters’, Michiel van de Pol, Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij, ISBN 9789054923619, € 19,90, 4 *
Gepubliceerd in de Volkskrant op 25 augustus 2012
Recente reacties