Twee jaar terug publiceerde Jean-Marc van Tol zijn stripkroniek ‘De opkomst en ondergang van Fokke & Sukke I: Prelude’, waarin het succesverhaal achter de cynische vogeltjes wordt verteld. Daarmee heeft hij school gemaakt, want Gerrit de Jager (1954) komt nu met de beeldroman ‘Door zonder familie’, dat uit de doeken doet hoe een van de populairste naoorlogse stripreeksen, De Familie Doorzon, in 1979 is ontstaan. Er figureren in dit relaas drie hoofdpersonen: De Jager zelf, collega-tekenaar en collega-scenarist Wim Stevenhagen, samen met wie hij het duo Prutswerk vormde, en uitgever Fer Gevelfut alias Ger van Wulften. Die laatste is het lijdend voorwerp: hij wordt in het boek afgeschilderd als een onbetrouwbare geldwolf die zijn eigen tekenaars oplicht, en je krijgt sterk de indruk dat de tekenaar het boek mede bedoeld heeft als wraakoefening.
Er zijn van De Familie Doorzon 31 delen verschenen en daarvan heeft De Jager het merendeel bedacht en getekend, want al in 1983 gingen hij en Stevenhagen uit elkaar, terwijl de reeks tot 2008 is blijven bestaan, ondersteund met voorpublicaties in Nieuwe Revu. Het boek behandelt de vier turbulente jaren dat Prutswerk nog bestond en uitgeverij Espee de albums op de markt bracht. Espee was gespecialiseerd in de Hollandse school van het dirty realism waartoe ook Eric Schreurs met zijn Joop Klepzeiker gerekend kan worden. Dat betekende vooral veel sex en foute grappen. Sex en smakeloosheid stimuleren de omzet en de rode draad in Door Zonder Familie is dan ook de oprukkende commercie en de respons van de tekenaars daarop: Stevenhagen verzet zich, De Jager wat minder. Hilarisch is de episode waarin Fer Gevelfut achter de rug van de tekenaars om in zee gaat met Theo van Gogh, die foto’s aanlevert van mensen die zichzelf hebben opgeblazen. Deze foto’s worden stiekem in een Doorzon-album geplaatst, maar als De Jager daar achter komt eist hij dat de oplage wordt vernietigd. Ook smakeloosheid heeft zijn grenzen.
Tegelijk met ‘Door Zonder Familie’ verschijnt ‘De Familie Doorzon’, een bundeling van de albums die De Jager en Stevenhagen samen hebben getekend en geschreven. Het mooie daarvan is dat je de evolutie van De Jagers tekenstijl goed kunt bestuderen. Aanvankelijk waren de platen nog zeer gedetailleerd en fijntjes, stonden de stripkaders netjes in het gelid en vertoonde de anatomie van de hoofdrolspelers Crumb-achtige trekjes. De Gerrit de Jager van nu tekent met een bijna steno-achtige eenvoud en een dikkere lijn, varieert vrijelijk met allerlei soorten kaders en beperkt de portretten tot wat rondjes en streepjes. Vooral voor zichzelf is hij weinig complimenteus: ogen als biljartballen en een aardappelneus, daarboven een zielig plukje haar. Een van zijn vroege strips heette ‘De ironische man’. Die titel is ook van toepassing op hemzelf, want in werkelijkheid is De Jager de knapste tekenaar van Nederland.
Door zonder familie, Gerrit de Jager, Oog & Blik/De Bezige Bij, ISBN 9789054924173, € 24,90, ****
De familie Doorzon, Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen, Oog & Blik/De Bezige Bij, ISBN 9789054924166, € 24,90, ****
Deze recensie stond op 16 novemerb 2013 in de Volkskrant.
Recente reacties