“Cartoons zijn een makkelijk doelwit vanwege hun karakter en hun zichtbaarheid: ze bevatten een ingekapselde opinie, een visuele steekpass met een ongeëvenaard vermogen om de geest te raken. Daarin schuilt hun kracht, en hun kwetsbaarheid.”
Dat schrijft de Zwitserse politiek tekenaar Patrick Chappatte in een verontwaardigde blog op zijn website.* Aanleiding is het feit dat de internationale editie van de New York Times heeft besloten voortaan geen cartoons meer te plaatsen, een beslissing waarvan met name Chappatte en zijn collega Heng Kim Song uit Singapore het slachtoffer zijn. NYT-redacteur James Bennet, die bij de krant verantwoordelijk is voor de opiniepagina, beweert dat men een jaar geleden al had besloten te stoppen met het plaatsen van politieke cartoons, maar Chappatte en journalisten van onder andere CNN Business geloven daar helemaal niks van. Op donderdag 2 mei van dit jaar publiceerde de buitenlandeditie van de New York Times een cartoon van de Portugese tekenaar António Moreira Antunes die bijzonder slecht viel. Onderwerp van de tekening was de relatie tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de net herkozen premier van Israël, Benjamin Netanyahu. Deze loopt als een hond aangelijnd voor Trump uit, met een Davidster om zijn nek, terwijl Trump een keppeltje draagt. Een antisemitische grap, vonden velen, en de krant moest meteen zijn excuses maken. Antunes’ cartoon was eerst gepubliceerd door het Portugese weekblad Expresso en vervolgens doorverkocht via de persdienst CartoonArts International. Min of meer per ongeluk belandde hij in de New York Times.
Maar volgens Chappatte zit er meer achter. Hij schrijft in zijn blog: “In de afgelopen jaren zijn een paar van de beste cartoonisten in Amerika, zoals Nick Anderson en Rob Rogers, hun baan kwijtgeraakt omdat hun uitgevers het werk te kritisch op Trump vonden. Misschien moeten we ons zorgen gaan maken. En terugvechten. Politieke cartoons zijn zo oud als de democratie. Toch blijf ik positief. Dit is het tijdperk van het beeld. In een oppervlakkige wereld hebben ze meer macht dan ooit.”
In 2008 richtte Chappatte samen met de Franse tekenaar Plantu van Le Monde en met voormalig VN-baas Kofi Annan de Cartooning for Peace Foundation op, die zich sterk maakt voor de vrijheid van de cartoonist. Hierbij zijn wereldwijd 184 tekenaars aangesloten en de organisatie houdt nauwkeurig bij wie in de problemen komt met de overheid en te maken krijgt met censuur of erger. Het meest recente slachtoffer is de Turkse tekenaar Musa Kart, die onlangs dertien maanden cel kreeg wegens belediging van president Erdogan. Ook voor Musa Kart maakt de organisatie van Chappatte zich sterk.
*www.chappatte.com/en/the-end-of-political-cartoons-at-the-new-york-times
Recente reacties