Wie zegt dat je om een cartoon moet kunnen lachen? Misschien is huilen wel beter op z’n plaats. Als ik de wekelijkse tekening van Peter van Straaten tegenkom op de humorpagina van de Volkskrant, sla ik de bladzijde wel eens ongelezen om. Omdat ik geen zin heb in de treurigheid van het bestaan, in de rake maar bleke misère die Van Straaten over ons uitstort. Zijn kunst is existentialistisch, gaat over valse hoop, zelfbedrog, lage lusten, uitzakkende lijven, uitgelopen mascara. Iemand die het leven samenvat met een boektitel als Roken Neuken Drinken koestert zeer weinig illusies omtrent de grootsheid van de mens, en waarschijnlijk terecht, maar willen wij dat weten? Ontluisterend: met dat woord kun je het hele oeuvre van Van Straaten (1935) samenvatten voor zover het zijn bemoeienis met de condition humaine betreft. Geilheid, lelijkheid, dronkenschap, hyprocrisie, depressie, laster, niets menselijks is de cartoonfiguren van Van Straaten vreemd. Ze leunen tegen de bar, staren uit het raam, liggen in verkreukelde lakens, en formuleren de hopeloze pointe: ‘Waarom ga je niet weer aquarelleren?’
Van Straatens cartoons zijn spiegels die niet liegen, die niks mooier maken dan het is. Hard, maar waar. Ze doen denken aan wat Nietzsche schreef in zijn boek Menschliches, Allzumenschliches: ‘Zoals de botten, vleespartijen, ingewanden en aderen door huid omhuld zijn, en de aanblik van de mens draaglijk maken, zo worden gemoedstoestanden en hartstochten door ijdelheid omhuld: zij is de huid van de ziel.’ IJdelheid is een tweede huid die de mens in morele zin draaglijk maakt in de ogen van de ander. Het is de schmink waaronder allerlei onsmakelijks schuilgaat, zoals onder de achttiende-eeuwse pruiken luizen en wantsen rondkropen. Nietzsche spreekt over ‘eine Kunst der häßliche Seele’, een kunst van de lelijke ziel die veel meer vermag dan de kunst van de schone ziel, omdat hij waarheden blootlegt. De kunst van Peter van Straaten is er een van de lelijke ziel, die hij ons toont door de huid af te stropen. Graag waren we blijven geloven in het cosmetisch bedrog, maar het is te laat, het vel is weg, we kijken de waarheid recht in het naakte gelaat!
Peter van Straaten is de voortzetting van de droefgeestige Simon Carmiggelt, met andere middelen. Deze Carmiggelt schreef: ʻAlleen vrouwen in soepadvertenties vinden het elke dag prettig als hun man thuiskomt.ʼ Is dat niet precies de toon van Peter?
Eenakters
Van Straaten tekent met een conté pen en Oost-Indische inkt, aldus zijn eigen website. Zijn handelsmerk is de arcering, het handmatig vullen van vlakken met dunne lijnen die niet mechanisch zijn, er zit vibrerend leven in; deze streepjes worden uitgewogen gedoseerd met spaarzaam zwart en veel wit. Dun zijn ook de contouren waarmee hij zijn personages neerzet, die vrijwel altijd de bouw hebben van hun meester, dus langwerpig en goed geproportioneerd, op de mannen met rechts-conservatieve bierbuiken na. Ga in zijn oeuvre maar eens op zoek naar een kort bol mannetje of vrouwtje. Verdomd, cartoon nummer 845 in het boek Het kan altijd nog erger Peter van Straaten in duizend-en-een tekeningen: toch een klein mannetje gevonden!
Net als zijn collega Jaap Vegter (1932-2003) is Peter van Straaten zeer bedreven in het weergeven van lichaamstaal, expressieve poses, geloofwaardige houdingen. Al zijn cartoons zijn toneelstukjes, uit het leven gegrepen eenakters waarbij de lezer naar het plaatje kijkt en de tekst leest, om dan de uitdrukking van de figuren te inspecteren en te zien of het allemaal wel klopt. Ja, het klopt. Cartoon nummer 657: die meesterlijk getekende blik van de echtgenoot linksachter… ʻZo’n begrafenis wil ík niet, Henk.ʼ Kijk hoe de kale takken als spinnenpoten zijn schedeldak bekrassen. Is hij de volgende?
Terug naar ons klaaglied. Schrijver Milan Kundera zei dat kitsch de ontkenning is van stront en dat we niet mogen wegkijken, want zonder het prozaïsche heeft het poëtische geen recht van bestaan. Je moet Peter van Straaten dus gelijk geven in het mensbeeld dat hij schetst, al hoef je het nog niet aangenaam te vinden. Realisme en romantiek verdragen elkaar niet, daarom is Van Straaten bij uitstek een realist die de dingen wil laten zien zoals ze zijn en niet zoals wij willen dat ze zouden zijn. De cartoons van Peter zijn emblemata of zinnebeelden die ons iets leren over het leven. Ze zijn niet stichtend, maar peperen ons iets in, ze drukken ons met de neus tegen de spiegel, waarin we zien wat we probeerden niet te zien. Speak for yourself, zult u denken, maar dat is het mooie van deze kunst van de lelijke ziel: zij geldt voor ons allemaal!
Deze tekst begint op bladzijde 206 van mijn boek De Stripprofessor.
Recente reacties